top of page
colsthoorn4

Van Passau, naar Wenen in de Groot & Grut 2

Bijgewerkt op: 24 okt. 2019

Michiel van Lunteren wilde graag met ‘Peer de Schuimer’, onze eerste roeisloep, de Donau afvaren. In etappes, verdeeld over meerdere jaren tot aan de Zwarte Zee. Het zou de afscheidsreis worden voor Peer; hij wilde hem daar achter laten. Een begin met het opknappen van de Peer werd gemaakt, niet omdat we daar zoveel zin in hadden, maar omdat, zoals iedere botenbouwer weet, boten alleen gebouwd worden als de bouwers een verlangen hebben; ‘Het verlangen naar de Zee’. De Zwarte Zee in dit geval.


Hoe anders is het gelopen dan we hoopten. Michiel werd ziek en is al weer een jaar geleden overleden.

Het overlijden van Michiel was een extra reden om zijn plan niet los te laten. We zijn naar de Donau gegaan, vanwege het avontuur en zeker ook ter nagedachtenis van Michiel. Hieronder een kort reisverslag. Waarbij ik zeker weet dat het mij niet lukt de ervaring van de tocht te vangen in woorden, maar ik doe mijn best.

Het idee van de tocht werd een stuk concreter vanaf het moment dat Krijn met een bevriende Donau schipper gesproken had. Die adviseerde te water te gaan in het Duitse Passau en vanaf daar Oostenrijk in te varen richting Wenen. Het zou het mooiste stuk van de Donau zijn; niets bleeks minder waar. De Donauschipper tipte ons ook over een speciale vaargids voor schippers. De gids is gekocht en ‘ineens’ zagen we waar alle sluizen lagen, wat het verval is, hoe en waar de rivier meandert, hoe het met de betonning is en waar havens zijn. De gids werd de basis voor onze planning.

Passau daar begint onze tocht. De rivieren de Inn en Ilz voegen zich hier bij de Donau. Twee kleuren water en een prachtige stad middenin de rivier.

Steden zoals Passau komen we nog volop tegen. We roeien door een prachtig stuk van Oostenrijk met steden zoals Linz, Melk en Krems en op elke, beetje serieuze heuveltop: een klooster, kasteel of ruïne; de geschiedenis spat je tegemoet.

Afstemmen, plannen, organiseren en communiceren, zomaar een paar woorden waarin we gaandeweg onze tocht steeds handiger worden.

Onze eerste palaver, ’s-avond op de camping langs de Ilz (het kleine riviertje rechts op de foto), leek op een kippenhok. Uiteindelijk is alles besproken en afgesproken. Tenminste, bijna alles, bleek een dag late


Wat besproken werd? Hoe en waar wisselt de ochtendroeiploeg met die van de middag? Wie zitten in welke ploeg? Wat doen we als we heel lang bij de eerste sluis, die van Jochenstein, moeten wachten? Halen we de boot er dan uit? En wie doen dat? Wat wordt de logistiek om de spullen van deze naar de volgende camping te krijgen en kunnen we dit slim combineren met de wissel met de ochtend- en de middagploeg? Wat als we sneller of langzamer gaan dan verwacht, kiezen we dan een andere camping? En nog veel meer.

Natuurlijk hadden we daar vooraf al over nagedacht, maar als je ter plekke bent is het soms toch net wat anders en moet er geïmproviseerd worden. En dat is iets waar we heel goed in bleken te zijn. Twee wijze besluiten worden op die avond van de eerste palaver genomen. Vier van ons worden verantwoordelijk voor het maken van de planning van de volgende dag en we plannen niet verder dan een dag vooruit. Het loopt waarschijnlijk toch anders dan verwacht. Een prima aanpak bleek later.

De avond van de eerste palaver is een traditie ingesteld die we de hele reis vol hebben gehouden; een slokje whisky uit de dop van de fles als herinnering aan Michiel, gevolgd door een scheutje Whisky in de Donau. Zeker op de eerste avond is dit een emotioneel moment waarbij de gedachte aan andere geliefden ook boven komen.

En dan de volgende dag het water op. Iedereen heeft een opgewonden gevoel. Na maanden van voorpret en voorbereiden gaat het echt beginnen. Leo, Petra, Anneke, Kees en Frans zijn de gelukkigen, zij starten als eerste. En de rest…vormt een uitzwaaiteam. Later op de dag blijkt dat de middagploeg uit zeven roeiers bestaat er was toch iets niet goed gegaan bij de indeling van de ploegen.


Tijdens de tocht komen we een aantal sluizen tegen. Dat is ronduit spectaculair. Een verval van meer dan vijftien meter is geen uitzondering. De sluizen zijn gecombineerd met waterkrachtcentrales, waardoor het voorbij de sluis en vaak nog kilometers daarna, lekker stroomt.


Een dikke kilometer voor de sluis begint de stuurman/vrouw al een beetje zenuwachtig te worden (op Krijn na). De sluiswachter moet opgeroepen worden met de marifoon; in het Duits. Tja en hoe zou dat gaan?

De eerste keer wordt een heel verhaal afgestoken waarop de reactie vanaf de sluis is. ‘Ich habe das nicht verstehen’. Maar de routine krijgen we snel te pakken. Heel simpel ‘Ruderboot Woudrichem für die Schleuse, wir wollen durch die Schleuse fahren’.

Waarna de reactie meestal is dat het goed is en dat we onze reddingsmiddelen zichtbaar moeten dragen. En het goede nieuws, we hebben de boot er nooit uit hoeven halen! Vaak werd speciaal voor ons geschut en soms moesten we even wachten op een opkomend vrachtschip.

Het landschap waar we doorheen roeien is prachtig. Bergen en vlakker landschap wisselen elkaar af. Soms meandert de Donau zo sterk dat er bochten van 180 graden gemaakt worden en we het gevoel hebben terug te roeien.


Met de scheepvaart valt het reuze mee. Per dag komen we maar een paar binnenvaartschepen tegen. De golven die ze maken zijn niet anders dan op de Merwede. Op die ene keer na. Leo zat voorin de boeg uit te rusten en werd te pakken genomen door een golf die sneller omhoog kwam dan de boeg. Een nat pak was het gevolg.


De ploegenwissel is altijd een leuk moment. We lunchen samen en belevenissen worden gedeeld. Vaak gaat het over pijntjes, de sterkte van de stroming, hoe mooi het ook deze keer weer was, de wind, hoe het schutten verliep, wat een mazzel we met het weer hebben en wie gestoken is door welk beest. Aan muggen en ander bijtend spul geen gebrek.


Onze boot is een bezienswaardigheid we zijn talloze keren gefotografeerd en worden in havens heel hartelijk ontvangen en soms zelfs bijna dronken gevoerd door een wat al te enthousiaste havenmeester.


Met het weer hebben we heel veel geluk gehad. Een middag en nacht regen en de rest van het weer was lekker warm tot best wel heel warm. Vooral tussen de bergen in de boot uit de wind was het soms puffen. Het kamperen was dan ook geen straf.

Daarbij kwam nog dat Ciska voor de innerlijke mens zorgde. Wat op meerdere manieren heerlijk was.

En als je echt af wilt afkoelen…nou de Donau is best dichtbij. Een ultiem gevoel van vrijheid als je jezelf in de rivier laat vallen en mee laat nemen door de stroming. l

Dan, na zes dagen en 310 km roeien zijn we er Wenen. We hebben het gehaald! Een schitterende tocht is achter de rug. Een ervaring om nooit te vergeten!!!



Zij waren er bij: Twee honden, een camper, een busje, twee auto’s, Carine, Krijn, Thijs, Ciska, Marco, Annet, Kees, Raquel, Teunie, Frans, Anneke, Petra en Leo.

Ps: Anneke heeft op verzoek van Alec Jordan een verslag in het Engels geschreven, dat is naar de SCRA gestuurd, dat wordt vast ook nog wel een keer in de nieuwsbrief geplaatst, dat er overlap is en dezelfde foto’s gebruikt zijn moge duidelijk zijn.

193 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Commentaires


bottom of page